Ophokplicht

Tijd voor Bert om het onderwerp weer terug te brengen: “Wisten jullie dat Henk en Marianne Timmer elkaar maar 30 dagen per jaar zien?” “Máár dertig, nou ik teken er voor!” “Precies, dat is toch nog een hele maand per jaar.” “Maar genoeg over Marianne Timmer, wie was dat meisje die gisteren naast Chad Hedrick zat?” “Die zag er erg appetietelijk uit!” “Dat meisje met die klapkauwgom? Ik zou het niet weten, maar het leek erop dat ze ook lid van de Amerikaanse ploeg is.” “Dan is ze vast de keepster van het ijshockeyteam. Die herken je anders ook niet.”

Als de wedstrijd begint heeft John een vraag: “Waarom laat Blind die Trabelsi nog meespelen? Hij gaat toch weg?” En terwijl John deze vraag stelt, stoomt Trabelsi naar voren, geeft een afgemeten voorzet, die feilloos tot doelpunt wordt verwerkt door Huntelaar: “Nou, daarom Johnny! Snap je het nu?” Dus richt John zijn pijlen maar op iemand anders: “Wordt die linksbuiten van RBC gesponsord door de Efteling?” “Hoezo?” “Met die nichterige gouden voetbalschoentjes van ‘m?” “Nou, pas maar op, want het team van de Efteling heeft van de week wél gewonnen van Ajax!”
En terwijl de wedstrijd voort kabbelt is het tijd om een nieuw onderwerp aan te snijden: “Ik voel me trouwens kiplekker! Ik snap niets van die ophokplicht.” “Ja, geldt die ophokplicht eigenlijk voor alle vogels?” “Ik hoop het, dan zijn we voorlopig af van Hans Kraay.” “Junior én senior!” “Marciano Vink en Walter Meeuws.” “Hans Eijsvogel, Robbie de Kip en Marcel Valk.” “Jack de Gier.” “Frans Adelaar en Conny Mus.” “Roelof Luinge.” “Luinge???” “Ja, dat is ook een rare vogel.” “Pino.” “Ja, maar die moeten ze eerst in stukken zagen.” “Alle meisjes die Merel heten.” “O, dan ga ik de naam van mijn vriendin veranderen.”
“Hoe heet die linksbuiten met z’n gouden sloffen eigenlijk?” “Woopy Goldberg!” “O ja, Arent-Jan Glas moet ook in z’n bobslee blijven.” “Patrick Zwaanswijk.” “Jaap Uilenberg.” Intussen loopt Ajax uit tot een comfortabele voorsprong, hoewel we nog niet helemaal tevreden zijn. Vooral Rosales kan ons niet bekoren: “Dat is al weer de derde slechte voorzet. Ik begin steeds meer te begrijpen dat ze vroeger in Argentinië mensen uit helikopters gooiden.”
Diep in de tweede helft komt Ajax echt op stoom en zien we zowaar mooie acties, balletjes door de benen, strakke passjes en mooie goals: “Kan iemand me even in m’n arm knijpen? Ik kan het niet geloven.” De gokpot dreigt naar Bert Polis te gaan, hij had immers 5-0 voorspeld, maar hij roept het leed over zichzelf af door een paar minuten voor het einde te vertrekken: “We rekenen straks wel af goed?” Maar het zit onze Lam-Bert niet mee, Ajax scoort nogmaals en pot blijft staan.
Terug in Leentje zijn we precies op tijd voor de 1000 meter, Polis is bij voorbaat al helemaal door het dolle: “Ik voorspel een Hollands trio op het podium!” “Dat is goed Bert, als jij daar maar niet aan mee gaat doen!” Uiteindelijk wint Timmertje op magistrale wijze en zijn we helemaal door het dolle: “Jongens wat een dag, eerst 6-0, nu dit. Zul je zien dat als ik straks thuiskom, dat m’n vriendin in ene cup D heeft!”